De GIPdatabank is geactualiseerd. Daarmee zijn gegevens bekend geworden over de verstrekking en vergoeding van genees- en hulpmiddelen vanuit de Zorgverzekeringswet (Zvw) in 2019.

De totale uitgaven voor extramurale geneesmiddelen zijn in 2019 met 4,7% gestegen van 4,6 naar 4,9 miljard euro. De totale uitgaven voor de intramurale geneesmiddelen zijn met 144 miljoen (6,4%) gestegen naar 2,4 miljard euro.  De totale uitgaven aan extramurale hulpmiddelenzorg stijgen in 2019 met 5% naar bijna 1,6 miljard euro.

Algemene ontwikkelingen geneesmiddelen:

De totale uitgaven voor extramurale geneesmiddelen zijn in 2019 met 4,7% gestegen naar 4,9 miljard euro. De totale uitgaven bestaan uit de basisvergoeding, de dienstverlening door de apotheek en de BTW. De basisvergoeding is met 3,3% gestegen naar 3,2 miljard euro en de dienstverlening is gestegen met 3,8% naar 1,5 miljard euro. De veel hogere stijging van de totale uitgaven wordt voornamelijk veroorzaakt door de stijging van het BTW tarief van 6% naar 9% per 1 januari 2019. De uitgaven aan BTW zijn met 55% gestegen van 270 miljoen naar 419 miljoen euro.

> Zie ook de Meerjarentabel 2015-2019

De totale uitgaven voor de intramurale dure geneesmiddelen zijn in 2019 met 6,4% gestegen naar 2,4 miljard euro. Deze uitgaven zijn inclusief de uitgaven aan stollingsfactoren (103 miljoen). De stijging is lager dan verwacht op basis van de informatie over voorgaande jaren. Deze lagere stijging wordt veroorzaakt door de kostenontwikkeling van de groep van biologicals, met name de kosten van de middelen die in 2012 zijn overgeheveld, zoals: infliximab, adalimumab en etanercept. Ten opzicht van 2018 is het aantal gebruikers van deze middelen toegenomen, terwijl de kosten zijn gedaald. De oorzaak hiervoor moeten we zoeken in de komst van biosimilars, die goedkoper zijn. Globaal bedraagt de daling € 190 miljoen. Het verklaart ook waarom de aanpassing van de BTW naar 9% “onzichtbaar” lijkt.

> Zie ook de rapportage dure intramurale geneesmiddelen

Grootste stijgers extramurale geneesmiddelen:

De grootste stijgers in de uitgaven zijn in 2019 de antistollingsmiddelen Rivaroxaban en Apixaban. De uitgaven voor Rivaroxaban zijn met 30% gestegen naar 80 miljoen euro, de uitgaven voor Apixaban zijn met 33% gestegen naar 61 miljoen euro. De stijging in de uitgaven wordt veroorzaakt doordat het gebruik van beide middelen enorm toeneemt. De overheid heeft geheime prijsafspraken gemaakt met de leveranciers van deze middelen. Hoeveel er daadwerkelijk wordt afgerekend, is onbekend.

> Zie rapportage Top 25 van grootste stijgers

Dure extramurale geneesmiddelen:

Bij de actualisatie van 2018 schreven we nog dat Ivacaftor met Lumacaftor  (Orkambi ®) het middel was dat het snelst was gestegen in de uitgaven. Echter in 2019 is de daling bij dit middel met 25% ingezet naar 68 miljoen euro, terwijl het aantal gebruikers licht blijft stijgen. De daling in de uitgaven wordt veroorzaakt doordat een deel van de gebruikers is overgestapt naar het nieuwe geneesmiddel Ivacaftor met Tezacaftor. Dat het aantal gebruikers van Orkambi toch is gestegen, komt door uitbreiding met een variant voor kinderen. Het is nog steeds het duurste extramurale geneesmiddel voor een kleine groep gebruikers.

> Zie de rapportage over dure extramurale geneesmiddelen (ook voor de definitie “duur extramuraal geneesmiddel”)

Hulpmiddelen

Algemene ontwikkelingen

De totale uitgaven aan extramurale hulpmiddelenzorg stijgen in 2019 met 5% naar bijna 1,6 miljard euro. Ook het aantal verzekerden wat gebruik maakt van hulpmiddelenzorg in 2019 stijgt met 5% naar totaal ruim 2,5 miljoen gebruikers. De kosten per gebruiker komen in 2019 uit op nagenoeg hetzelfde niveau als het voorgaande jaar: €622,-. Hierdoor is de stijging van de totale uitgaven aan hulpmiddelenzorg in 2019 voornamelijk te verklaren door de toename van het volume. Kijk naar de meerjarentabel voor een compleet beeld van alle ontwikkelingen in de hulpmiddelenzorg in de periode 2015 - 2019.

Gehoorhulpmiddelen

De kosten van de categorie hoortoestellen stijgen in 2019 met 9% naar totaal €144 miljoen. Deze stijging van de uitgaven aan hoortoestellen wordt voor vooral veroorzaakt door een toename van de kosten per gebruiker (6%), en in iets mindere mate door een stijging van het totaal aantal gebruikers van hoortoestellen (3%).

Kwaliteitskader hulpmiddelenzorg

Het Kwaliteitskader Hulpmiddelenzorg is een kwaliteitsstandaard uit het Register van Zorginstituut Nederland, waarin staat hoe de keuze van het juiste hulpmiddel voor een patiënt tot stand hoort te komen. Het geeft zorgverzekeraars houvast bij de zorginkoop en patiënten kunnen hun zorgverzekeraar hierop aanspreken. In 2017 zijn in het Generiek Kwaliteitskader Hulpmiddelenzorg drie aparte modules voor hulpmiddelenzorg bij stoma, continentie en diabetes opgenomen.

Hulpmiddelenzorg bij stoma

Voor wat betreft de voorzieningen voor stomapatiënten daalt het aantal gebruikers in 2019 met 5% naar 70.000 verzekerden. De kosten per gebruiker dalen ook met 3% waardoor de uitgaven aan voorzieningen voor mensen met een stoma met 8% dalen naar totaal €110 miljoen.

Hulpmiddelenzorg bij incontinentie

Ook de uitgaven aan incontinentiematerialen dalen in 2019 naar totaal €127 miljoen (-6%). Deze daling wordt voornamelijk veroorzaakt door een daling van de kosten per gebruiker met 8%. Het aantal verzekerden wat gebruik maakt van incontinentiematerialen groeit ten opzichte van 2018 met 1% naar 451.000 gebruikers.

Hulpmiddelenzorg bij diabetes

Bij de diabetesmiddelen stijgen de uitgaven met 10% naar totaal €190 miljoen. Het aantal gebruikers groeit met 2% naar 309.000 verzekerden en de kosten per gebruiker stijgt op het niveau van de totale categorie naar €615 per gebruiker.

Als we verder inzoomen dan zijn met name de subcategorieën ‘Insuline-infuuspompen’ en de Flash Glucose Monitoring (FGM) verantwoordelijk voor de stijging van de uitgaven aan diabeteshulpmiddelen. De aanspraak op vergoeding van FGM vanuit de basisverzekering is met terugwerkende kracht ingegaan vanaf november 2017. In 2018 zijn de uitgaven voor FGM ruim €0,8 miljoen (waarschijnlijk een onderschatting van de daadwerkelijke kosten voor FGM in 2018), in 2019 stijgen deze uitgaven naar €8 miljoen. De uitgaven aan insuline-infuuspompen stijgen met 15% naar €86 miljoen. Mogelijk wordt deze stijging verklaart doordat in het addendum van het Zorginstituut uit eind 2018 duidelijk wordt dat ook FGM in combinatie met een insuline-infuuspomp voor vergoeding door de basisverzekering in aanmerking komt.

Meer informatie op deze website

De cijfers zijn afkomstig uit de databank van het Genees- en hulpmiddelen Informatie Project (GIP) van Zorginstituut Nederland. De databank biedt u informatie over het gebruik van genees- en hulpmiddelen op grond van de Zvw. U kunt de databank doorzoeken en tal van overzichten samenstellen via het keuzemenu bovenaan op de homepage.