2010
Onderzoek naar kortingen en bonussen bij apotheekhoudenden
(Wettelijk kader: WMG)
In december 2010 zijn de resultaten gepubliceerd van het in opdracht van de NZa uitgevoerde onderzoek naar kortingen en bonussen (inkoopvoordelen) bij apotheekhoudenden. Ook werd onderzoek uitgevoerd naar praktijkkosten van apothekers. Beide onderzoeken werden, net als in voorgaande jaren, uitgevoerd door ConQuaestor en Significant. De ontvangen inkoopvoordelen worden voor 2009 geraamd op € 411 miljoen. Dit is minder dan in voorgaande jaren: € 777 miljoen (2007) en € 583 miljoen (2008). Het teruglopen van de inkoopvoordelen hangt nauw samen met de forse prijsverlagingen van generieke geneesmiddelen onder invloed van het door zorgverzekeraars gevoerde preferentiebeleid. Door deze prijsverlagingen komen de handelsmarges onder druk te staan en is er minder ruimte om inkoopkortingen door te geven.
Beoogd effect: Bij de vaststelling van het aflevertarief 2011 voor apotheekhoudenden werd rekening gehouden met de ontvangen inkoopvoordelen en de afgedragen clawback in relatie tot de door apothekers gemaakte praktijkkosten. Het tarief zou daardoor stijgen.
Feitelijk effect: De inkomsten van apothekers uit de WMG-tarieven zijn in 2010, ten opzichte van 2008, met bijna € 300 miljoen gestegen, naar € 1.246 miljoen. Deze stijging is ruim voldoende om de terugval in inkoopvoordelen te compenseren. In de periode 2010 tot en met 2013 zijn de inkomsten uit WMG-tarieven echter nauwelijks meer gestegen, terwijl verdere prijsverlagingen de inkoopkortingen verder onder druk hebben gezet.